Rechten van werknemers op scholen die bewaking gebruiken

Sinds de jaren tachtig, toen videocamera's begonnen met het opnemen van acties van kinderen op schoolbussen, is de elektronische monitoring van studenten en werknemers op Amerikaanse scholen gestaag toegenomen. Wat een "redelijk toezicht" op een schoolbestuur lijkt, lijkt misschien een "inbreuk op de privacy" van een werknemer, dus Amerikaanse rechtbanken worden steeds vaker gevraagd om te bepalen wie gelijk heeft.

"Verwachting van privacy"

Er zijn geen federale wetten met betrekking tot elektronische bewaking van schoolpersoneel als zodanig. Sinds de uitspraak van het Hooggerechtshof van 1967 in Katz tegen de Verenigde Staten, waarin 'verwachting van privacy' als leidend beginsel werd geïntroduceerd in elektronische bewakingszaken, hebben rechtbanken in het hele land deze statistiek gebruikt om te bepalen wat acceptabel toezicht is en wat niet. Rechtbanken hebben bijvoorbeeld bepaald dat videocamera's toegestaan ​​zijn in openbare ruimtes van de school, zoals gangen, klaslokalen en bibliotheken, waar privacy redelijkerwijs niet te verwachten is. Elektronisch toezicht is echter als ongepast beschouwd in delen van de school waar redelijkerwijs aan privacy kan worden gedacht, zoals een privékantoor, badkamers en kleedkamers.

Variërende interpretaties

Hoewel rechtbanken hebben vertrouwd op het concept 'verwachting van privacy' om hen te begeleiden, heeft hun interpretatie van het concept de beslissingen bepaald. Bijvoorbeeld, in 2007 vond het Hof van Beroep in Ohio in Plock v. Board of Education dat leraren die hun forum hadden aangeklaagd voor het installeren van audiovisuele opnameapparaten in de klas, een fout maakten omdat een klaslokaal in een openbaar schoolgebouw niet bedoeld is voor een exclusief, persoonlijk gebruik van de leerkracht. Daarom kon de leraar geen redelijke verwachting van privacy hebben.

Andere zaken

Evenzo, in het geval van 1990, Roberts v. Houston Independent School District, de Texas Court of Appeals dezelfde redenering gebruikt, uitspraak dat een leraar kan worden ontslagen, op basis van bewijs van slechte prestaties vastgelegd door een betwiste klaslokaal video-systeem. In 2001 vond het Ohio Court of Appeals in Brannen tegen de Board of Education dat de installatie van de school van een verborgen videocamera in de pauzeruimte voor haar medewerkers juist was omdat de kamer te allen tijde open was voor medewerkers. Daarom hadden werknemers geen redelijke verwachting van privacy in de kamer. Hoewel dit overheidsbesluiten zijn, bieden ze inzicht in hoe rechtbanken de privacy van schoolmedewerkers bekijken.

Overheidsbelang

In 2002 heeft de uitspraak van het Hooggerechtshof in de Board of Education van Independent School District nr. 92 van Pottawatomie County v. Earls verder de 'legitimate governmental interests test' vastgesteld, waarin het recht op privacy van de werknemer wordt afgewogen tegen overwegingen van de overheid. Met deze test kan de promotie door een schoolbestuur van zaken als veiligheid, het welzijn van studenten en andere zaken van de schooloperatie voldoende zijn om de Fourth Amendment-bescherming te negeren tegen zoeken en toezicht zonder waarborg.

Populaire Berichten