Vijf algemene strategieën voor gedragsbeheer

Leraren hebben een enorme impact op de prestaties van studenten. Robert Marzano en twee co-auteurs stellen in hun boek "Classroom Management That Works" dat leraren effectieve klassenmanagers moeten zijn om onderwijsstrategieën en curriculumontwerpen met meer succes te implementeren. Het leren van studenten kan niet plaatsvinden in een klaslokaal waar geen regels of procedures bestaan en de chaos te groot is. Het lesgeven beheersen houdt in dat je verschillende strategieën gebruikt om de samenwerking en aandacht van studenten te krijgen, zodat ze kunnen worden betrokken bij educatieve activiteiten.
Milieu-aanpassingen
De omgeving in de klas kan een grote invloed hebben op het leren van studenten. Een goed gestructureerd klaslokaal verbetert het leerproces en kan ongewenst gedrag helpen verminderen. U kunt bijvoorbeeld duidelijk gedefinieerde ruimtes in de klas maken, die allemaal voor een ander doel worden gebruikt. U kunt bijvoorbeeld veelbelovende, open ruimtes rond de klaslokalen plaatsen die studenten delen en ruimtes voor onafhankelijk, persoonlijk werk. Je kunt ook een ruimte creëren zonder enige stimuli voor studenten die een afkoelperiode of een rustige periode nodig hebben. Het klaslokaal moet ook goed georganiseerd zijn met aparte ruimtes voor elk type activiteit, zoals computers, audiovisuele apparatuur en kunstbenodigdheden.
Regels, routines en procedures
Regelmatige routines, procedures en regels geven studenten beveiliging zodat ze kunnen leren en plezier hebben in een veilige omgeving. Routines worden dagelijks toegepast en bieden voorspelbaarheid voor de dag van de student. Misschien heb je bepaalde activiteiten die de ochtend- of middagroutine van een klas vormen. Procedures en regels geven studenten een kader voor hoe succesvol te zijn. Als u bijvoorbeeld bij de deur naast het klaslokaal staat, kunt u de leerlingen instrueren om hun handen voor zichzelf te houden en loopvoeten te gebruiken in plaats van te rennen.
Gedragsplannen
Gedragsinterventieplannen zijn vaak ontworpen voor elke student afzonderlijk en motiveren de student om de juiste gedragsdoelen te stellen die jij hebt gesteld. Als u gedragsplannen wilt maken, wilt u een specifiek versterkingsschema hebben dat is gekoppeld aan een specifiek doelgedrag. Het gedragsdoel kan bijvoorbeeld zijn dat het gebruik van het woord 'alsjeblieft' door een student wordt verhoogd bij het doen van een verzoek. Het versterkingsschema omvat beloningen of andere extrinsieke motivatoren, zoals stickers of extra speeltijd, die aan de student worden toegekend wanneer hij het gedragsdoel bereikt. Het bepalen van de beste motivators kan betrekking hebben op het interviewen van de student, zijn ouders of andere zorgverleners. Je zou zelfs een menu van versterkers kunnen maken waaruit de student kan kiezen.
Token Systems
Token-systemen versterken positief gedrag en motiveren studenten om zich te gedragen en adequaat te handelen. Met een tokensysteem heb je chips, kubussen, speelgeld of een ander token dat de klasvaluta vertegenwoordigt. Studenten verdienen tokens door goed en passend gedrag weer te geven. Goed gedrag wordt echter niet elke keer dat het wordt getoond beloond, maar naar goeddunken van de leraar. Studenten verdienen beloningen op basis van het aantal tokens dat ze hebben verdiend. Beloningen kunnen ofwel tastbaar zijn, zoals prijzen, of ongrijpbaar, zoals extra computertijd, of als leraar helpen bij speciale taken.
Privileges intrekken
Het intrekken van privileges van studenten kan helpen negatief gedrag in de klas te stoppen en meer coöperatieve gedragingen aan te moedigen. Om deze klassenstrategie te implementeren, moeten studenten de regels kennen en weten wat er van hen wordt vereist van tevoren. Zodra de regels of grenzen zijn geschonden, trekt u privileges in totdat het wangedrag stopt. Voor een student die bijvoorbeeld in werktijd speelt, moet je hem misschien vragen de opdracht alleen af te maken. Leerlingen die niet aan het oefenen zijn, delen gedrag met speelgoed, kunnen speelgoed laten verwijderen totdat ze ermee instemmen om te delen.